Hoe gladiolen verzorgen?

Gladiolen bloeien van juli tot en met september. Als de gladiool knollen geplant zijn is het belangrijk om de grond vochtig te houden. De grond bemesten is niet nodig als de knollen net geplant zijn, maar wel zodra de eerste bloemen in bloei komen. 

Welke voeding heeft een gladiool nodig?

Gladiolen plant je in een voedselrijke, kalkhoudende, luchtige en goed gedraineerde grond. Als de eerste bloemen aan de stelen komen kan je de grond extra bemesten met tuin- of bolgewasmest.

Uitgebloeide bloemen verwijderen

Een gladiool springt in bloei van de onderkant van de steel naar de bovenkant. Als de onderste bloemen zijn uitgebloeid haal je deze eraf. Werk zo naar boven toe en als de volledige bloemsteel is uitgebloeid snij je deze af. Laat wel de bladeren zitten, hier zit de voeding in waar de knol zich mee ontwikkelt.  

Wat moet je doen met de gladiolenknollen bij vorst?

In de herfst kleuren de resten van de steel geel, dit betekent dat het loof langzaam afsterf. Wanneer het loof afgestorven is snijd je het overgebleven deel van de steel af en haal je de knollen uit de grond. 

Soms begint het al met vriezen als het loof nog niet volledig is afgestorven. Haal de knollen er dan onmiddellijk uit, want tegen de vorst kunnen ze absoluut niet. 

Een handig middel om de knollen uit de grond te halen is door middel van een vork. Pas op. Doe de vork in de grond en krik de knollen langzaam uit de grond. Snij na het rooien eerst het blad een paar cm boven de knol af en laat de knollen een week opdrogen. Hierna kan je het oude blad en de oude knol verwijderen. Vaak zie je een nieuwe knol onder de leeggezogen oude zitten. Vaak zijn er ook kralen (broedbolletjes) gevormd, waarvan je de grootste volgend jaar opnieuw kunt planten om door te kweken. Hier zal dan niet meteen een bloem uitkomen, de broedbolletjes hebben meerdere jaren nodig om zich tot volledige plant te ontwikkelen. 

Bewaar de knollen in kranten op een donkere en droge plek tussen de vijf en tien graden. Hierdoor verblijven de knollen in een aangename temperatuur en drogen ze niet uit. Voor het beste resultaat kan je de knollen af en toe nakijken of ze niet te droog zijn. Spuit wat water op de knollen wanneer dit het geval is. Als de knollen te droog worden zullen ze verschrompelen en geen bloei meer geven. 

Rond april, na de nachtvorst kan je de knollen weer planten.

Gladiolen vermeerderen 

De knol van een gladiool kan je vermeerderen. De knol krijgt gedurende de ontwikkeling tot bloem al snel 1 a 2 nieuwe kleine knollen onder de oude knol. Ook komen er kleine broedbolletjes aan de bol. Om te vermeerderen kan je deze nieuwe kleine knollen, ook wel kralen genoemd, planten in het voorjaar. Hieruit groeien ‘pitten’. Deze ontwikkelen zich uiteindelijk tot een volwaardige en leverbare gladioolknol. 

Ook kunnen de zaden uit de bloemen geplant worden. Wanneer de bloemen van de gladiool zijn uitgebloeid zitten er kleine zaden in de kern. Deze kan je eruit halen en op een koele en droge plaats bewaren. Later in de eerste helft van het groeiseizoen van de plant (tussen april en juni) ga je ze planten. 

Je zaait het zaad in een laagje zaaigrond op een lichte plaats maar niet in de volle zon bij een temperatuur van 20-25 graden. Dek deze grond af met wat gezeefde compost en fijn grit. 

Dit kan je het beste doen in een (zelfgemaakte) broedkas. De grond dient altijd vochtig te blijven. De zaden ontwikkelen na enkele weken tot groene puntjes. Zorg dat je ze in de zomer buiten zet zodat de mini knollen door het zonlicht kunnen ontwikkelen. 

Wanneer er kleine knollen ontstaan plant je ze in de volle grond. Als het goed is kan je daarna in het najaar de nieuwe knollen opgraven en het volgende seizoen planten voor prachtige, zelfgekweekte gladiolen in de tuin.